Baarmoeder
De eerste dagen na de bevalling kun je naweeën krijgen. Dit zijn samentrekkingen van de baarmoeder die ervoor zorgen dat de baarmoeder weer kleiner wordt. De hoogte van de baarmoeder zit aan het einde van je zwangerschap tot aan je ribbenboog. Meteen na de bevalling zakt deze tot ongeveer navelhoogte. in de kraamweek wordt de baarmoeder steeds kleiner, tot hij uiteindelijk onder het schaambotje wegzakt en niet meer voelbaar is. Indien je veel last hebt van naweeën, dan kun je hiervoor paracetamol of ibuprofen gebruiken.

Menstruatie en anticonceptie
Wanneer na de bevalling je menstruatie weer op gang komt, is moeilijk te voorspellen. Dit is met name afhankelijk van het feit of je borstvoeding of flesvoeding geeft. Indien je borstvoeding geeft, kan de eerste menstruatie een hele tijd (wel een aantal maanden) op zich laten wachten.
Op z’n vroegst menstrueer je weer voor het eerst 4 weken na de bevalling. Soms is het dan niet altijd even duidelijk of dit al een menstruatie is of nog bloedverlies van de bevalling.
Let op! Vóórafgaand aan je eerste menstruatie heb je mogelijk al een eisprong en ben je dus weer vruchtbaar. Denk dus altijd aan anticonceptie, ook al heb je nog niet gemenstrueerd.

Borsten
Of je nu wel of geen borstvoeding geeft, bijna elke kraamvrouw krijgt last van stuwing. Dit is meestal op de 3e en 4e dag na de bevalling. Stuwing kan pijnlijk zijn, je kunt zich er niet lekker door voelen en soms krijg je ook wat verhoging van je temperatuur. Als je borstvoeding geeft, trekt deze stuwing op een gegeven moment weg doordat er een vraag-aanbod-principe in de aanmaak van de borstvoeding komt.
Ook als je kunstvoeding geeft, trekt de stuwing vanzelf weg omdat de borsten niet gestimuleerd worden om melk aan te maken.
Om de stuwing wat tegen te gaan, kun je een stevige BH te dragen, ook onder de douche en ’s nachts. Indien je veel last hebt van de stuwing, dan mag je hiervoor paracetamol gebruiken.

Door inscheuren of een knip tijdens de bevalling kan het zijn dat je hechtingen heeft. Hier kun je best wat last van hebben in de kraamweek. Maar ook als je geen hechtingen hebt, kan het gebied rond de vagina na de bevalling erg beurs en zwaar aanvoelen. Dit gevoel trekt binnen een paar dagen weg. Neem voldoende platte rust, zodat de bekkenbodem de kans krijgt om te herstellen. Het zware gevoel moet na zo’n 12 weken weggetrokken zijn. 

Het is vaak prettig om de eerste dagen na de bevalling onder de douche te plassen. Op deze manier doet plassen minder zeer en kun je meteen alles goed schoon sproeien. Eventuele hechtingen lossen in principe vanzelf op. Wel zien we vaak dat de huidhechtingen na een paar dagen wat gaan trekken. Deze kunnen we dan ongeveer een week na de bevalling eruit halen.

De bekkenbodemspieren worden flink opgerekt tijdens de bevalling. Daarbij waren ze sowieso al wat slapper onder invloed van de zwangerschapshormonen. Het is daarom ook erg belangrijk dat je deze bekkenbodemspieren gaat trainen. Hiermee voorkom je incontinentieklachten op latere leeftijd.
Oefeningen voor de bekkenbodem vind je terug in deze folder.

Meestal komt de ontlasting 3 tot 4 dagen na de bevalling weer op gang. Dit kan de eerste keer best even eng zijn, maar het is belangrijk om te weten dat er niets met eventuele hechtingen kan gebeuren. 

De kraamtijd is een drukke periode. Je hebt net een kindje (erbij) gekregen en je zult aan elkaar moeten wennen. Je moet herstellen van de bevalling en je kindje zal voor onderbroken nachten zorgen. Het is belangrijk in de kraamtijd om voldoende rust te nemen. Tijdens de kraamtijd is de kraamverzorgster er nog om een handje te helpen in het huishouden. Maar na een week zul je het voornamelijk zelf weer moeten doen.

Probeer daarom ’s middags een aantal uren rust te nemen en het bezoek wat te spreiden. Laat je lekker verwennen door je omgeving en de kraamverzorgster en wil niet te snel weer van alles gaan doen.
Ook na de kraamtijd is het belangrijk om de dingen langzaam weer op te bouwen. Een dutje ’s middags als je kindje ligt te slapen, kan zeker geen kwaad!

Het krijgen van een kind is zowel voor moeder als vader een emotionele achtbaan.
Alle gevoelens kunnen voorbij komen: Ultieme geluksgevoelens, op een roze wolk. Maar ook onzekerheid: doe ik het wel goed? Kan ik dit wel aan? Depressieve gevoelens: is dit het nou? Moet ik dit nou leuk vinden? ‘Ik weet dat het mijn kindje is, maar ik voel me nog niet echt vader/moeder.’

De eerste dagen na de bevalling leven de meeste mensen op adrenaline. Daarna slaat echter de vermoeidheid vaak toe. De 4e dag na de bevalling is dan ook niet voor niets bij de meeste vrouwen de ‘tranendag’.

Al deze gevoelens zijn niet erg, ze horen erbij. Het wennen aan het ouderschap heeft tijd nodig. Het is ook niet alleen maar leuk. Het is belangrijk dat je deze gevoelens naar elkaar en naar ons toe uitspreekt. Zo kunnen we met elkaar goed in de gaten houden of het nog goed met je gaat. Geef ook na de kraamtijd bij ons of bij de huisarts aan als je het gevoel hebt niet lekker in je vel te zitten.

Ook als je (voor het eerst) moeder of vader wordt, verandert er natuurlijk een heleboel. Ook als partner heb je tijd nodig om hieraan te wennen. En natuurlijk moet je ook leren hoe je je kindje moet verzorgen. Verder is ook voor jou rust belangrijk, want de onderbroken nachten gelden voor beiden.

Ons advies is om wat dagen vrij te nemen in de kraamperiode, zodat je van de kraamverzorgster kunt leren hoe het allemaal moet. Na de kraamtijd is het ook fijn om, indien mogelijk, wat vrijaf te nemen, zodat de nieuwe moeder er niet ineens helemaal alleen voor staat.

Verwacht niet dat je na de kraamweek meteen weer helemaal de oude bent. De zwangerschap en bevalling hebben een hoop energie gekost. En het ritme van je kindje, met de onderbroken nachten, kan ook erg zwaar zijn.
Neem de tijd voor je herstel. Verwacht niet te snel teveel van jezelf. Hoe langzamer je je dagelijkse bezigheden weer oppakt, hoe makkelijker dit zal gaan.